Stap twee is het omzetten van 2 (3) naar 2 x 3. Volgens de regels van de wiskunde moet je de haakjes verwijderen, en een spatie tussen twee getallen betekent meestal een vermenigvuldiging.
Het probleem ziet er nu zo uit: 6 ÷ 2 x 3 =
Delen en vermenigvuldig
Stap drie is delen en vermenigvuldigen, we lossen meestal op van links naar rechts. Dus 6 ÷ 2 eerst, wat gelijk is aan 3.
Dan ziet de laatste fase er zo uit: 3 x 3. We lossen de vermenigvuldiging op en krijgen ons definitieve antwoord: 9.
Meer oplossingen voor de som?
Maar ook al is de juiste oplossing 9, er zijn manieren om te eindigen met 1 als antwoord.
Honderd jaar geleden werd wiskunde in een andere volgorde opgelost.
Toen deelde je niet 6 door 2 en vermenigvuldigde je het met 3, zoals wij deden.
In plaats daarvan zou je eerst 2 met 3 vermenigvuldigen, wat zou eindigen op 6 ÷ 6 als laatste berekening en je dan het antwoord: 1 zou krijgen.
Het brein vergeet snel
Hoe komt het dat zoveel mensen problemen hebben met dit soort wiskunde? Iedereen leert het op school. Toch?
Het antwoord is dat de hersenen gewoon vergeten in de volgorde van de operaties, omdat we het zelden in ons dagelijks leven hoeven te gebruiken.
Het gaat alleen maar om oefening, het geheugen is een spier, en om het in vorm te houden heeft het regelmatig beweging nodig.
Druk nu op die deelknop hieronder en kijk of je vrienden deze lastige vergelijking kunnen oplossen!
