Wianda Nanninga is 22 jaar en komt uit Heerenveen:
“Mijn normale leventje lijkt nu nog erg ver weg.”
“Als 22-jarige zonder andere klachten dacht ik dat ik me na een week of twee beter zou voelen. Misschien zou ik dan nog een beetje moe zijn, dan had ik dat wel gewild. Maar ik heb de ziekte vreselijk onderschat.
Voordat ik besmet raakte met het coronavirus, ging ik drie keer per week naar de sportschool. Twee dagen na de testresultaten kon ik niet eens de trap op. Vooral de eerste zes weken waren erg moeilijk voor mij. Mijn leven bestond uit het lopen van bed naar de bank en ’s avonds terug. Mijn vriendje hielp me met douchen, en overdag ben ik alleen maar naar het toilet gegaan en weer terug. Op een avond belde mijn vriend zelfs het kantoor van de dokter voor me omdat ik de hele tijd erg benauwd en hoestte, en tussendoor kon ik amper ademen. Omdat ik nog een paar woorden kon zeggen en ik nog jong was, hoefde ik niet naar het ziekenhuis. Dit was een vreselijke nacht. Gelukkig kon mijn vriend altijd heel rustig blijven, zodat ik niet in paniek raakte. Achteraf gezien betwijfelden de artsen dat ik toen niet beter kon worden opgenomen, misschien zouden mijn longen nu minder problemen hebben gehad. Maar dit is achteraf gezien praten en is nergens op gebaseerd, want de artsen weten het gewoon niet.
Na deze eerste zes weken kon ik langzaam aan de wederopbouw beginnen. Ik begon met kleine wandelingen, en elke bank die ik tegenkwam op de baan betekende een pauze. Inmiddels weet ik waar alle bankjes om mijn huis staan, haha. Gelukkig kan ik nu zonder te stoppen over het circuit lopen, maar het herstel gaat erg langzaam. Van trappenlopen, stofzuigen, fietsen, winkelen krijg ik steeds weer klachten. Deze klachten variëren van kortademigheid, druk en steken in de borst, vermoeidheid, waardoor de spieren erg slap worden, hoofdpijn en ik word heel snel duizelig. Ik geef er de voorkeur aan om volgende week weer 32 uur als verpleegster te werken en weer te trainen. Het feit dat dit nog steeds niet mogelijk is, is mentaal soms behoorlijk pittig. Gelukkig werd ik in juni door het ziekenhuis ingeschreven voor longrevalidatie, en nu heb ik de eerste afspraken daarvoor. Ik hoop binnenkort terug te kunnen keren naar mijn ‘normale’ leven, maar helaas lijkt het nog ver weg. “Als 22-jarige zonder andere klachten dacht ik dat ik me na een week of twee beter zou voelen. Misschien zou ik dan nog een beetje moe zijn, dan had ik dat wel gewild. Maar ik heb de ziekte vreselijk onderschat.
Voordat ik besmet raakte met het coronavirus, ging ik drie keer per week naar de sportschool. Twee dagen na de testresultaten kon ik niet eens de trap op. Vooral de eerste zes weken waren erg moeilijk voor mij. Mijn leven bestond uit het lopen van bed naar de bank en ’s avonds terug. Mijn vriendje hielp me met douchen, en overdag ben ik alleen maar naar het toilet gegaan en weer terug. Op een avond belde mijn vriend zelfs het kantoor van de dokter voor me omdat ik de hele tijd erg benauwd en hoestte, en tussendoor kon ik amper ademen. Omdat ik nog een paar woorden kon zeggen en ik nog jong was, hoefde ik niet naar het ziekenhuis. Dit was een vreselijke nacht. Gelukkig kon mijn vriend altijd heel rustig blijven, zodat ik niet in paniek raakte. Achteraf gezien betwijfelden de artsen dat ik toen niet beter kon worden opgenomen, misschien zouden mijn longen nu minder problemen hebben gehad. Maar dit is achteraf gezien praten en is nergens op gebaseerd, want de artsen weten het gewoon niet.
Na deze eerste zes weken kon ik langzaam aan de wederopbouw beginnen. Ik begon met kleine wandelingen, en elke bank die ik tegenkwam op de baan betekende een pauze. Inmiddels weet ik waar alle bankjes om mijn huis staan, haha. Gelukkig kan ik nu zonder te stoppen over het circuit lopen, maar het herstel gaat erg langzaam. Van trappenlopen, stofzuigen, fietsen, winkelen krijg ik steeds weer klachten. Deze klachten variëren van kortademigheid, druk en steken in de borst, vermoeidheid, waardoor de spieren erg slap worden, hoofdpijn en ik word heel snel duizelig. Ik geef er de voorkeur aan om volgende week weer 32 uur als verpleegster te werken en weer te trainen. Het feit dat dit nog steeds niet mogelijk is, is mentaal soms behoorlijk pittig. Gelukkig werd ik in juni door het ziekenhuis ingeschreven voor longrevalidatie, en nu heb ik de eerste afspraken daarvoor. Ik hoop binnenkort terug te kunnen keren naar mijn ‘normale’ leven, maar helaas lijkt het nog ver weg.”
Ga verder naar de volgende pagina voor de volgende verhalen.