Wie is er lactose-intolerant?
Bijna alle baby’s produceren bij de geboorte genoeg enzymen om lactose goed te verteren. In meer dan tachtig procent van de wereldbevolking neemt de productie van lactase geleidelijk af na de leeftijd van drie jaar.
Er zijn grote verschillen tussen bevolkingsgroepen: Zo komt lactose-intolerantie vooral voor bij mensen uit Azië, Afrika en Zuid-Europa. In deze groepen daalt de productie van lactase meer dan bijvoorbeeld in West-Europa.
Naar schatting is twee tot zeven procent van de bevolking in (Noord-)West-Europa lactose-intolerant. Dit is meestal erfelijk.
Lactose-intolerantie kan ook optreden als de darmwand beschadigd is. Dit vergroot de kans op een (tijdelijk) lactasedeficiëntie na een (chronische) darminfectie, een darminfectie of een darmoperatie.
Ouderen lijken ook een hoger risico op lactose-intolerantie te hebben, aangezien de lactaseproductie waarschijnlijk afneemt met de leeftijd.
Allergie voor koemelk of lactose-intolerantie?
Lactose-intolerantie is niet hetzelfde als koemelkallergie. In beide gevallen kan het innemen van zuivelproducten maag- en darmproblemen veroorzaken, maar de oorzaak is anders. Een koemelkallergie (officiële koemelkeiwitallergie) is een allergische reactie op de eiwitten in koemelk.
Het immuunsysteem reageert abnormaal op melkeiwitten die het lichaam binnenkomen. Zelfs kleine hoeveelheden melkeiwit kunnen ernstige symptomen veroorzaken.
Voedselintolerantie is niet hetzelfde als een voedselallergie. Als je een intolerantie hebt, verdraag je een bepaalde stof, in dit geval lactose, niet goed. Het is geen allergische reactie van het immuunsysteem.
Een ander belangrijk verschil: melkeiwit zit in alle koemelkproducten, lactose niet. Mensen met een allergie voor koemelk eten geen lactosevrije producten van koemelk. Zelfs mensen met koemelkallergieën kunnen bijvoorbeeld geen geitenmelk en mensen met een lactose-intolerantie verdragen.